Wat is keramiek? en wat wil OATMAN?
Het woord “keramiek” komt van het Griekse keramos, wat drinkvat of aardewerkvat betekent.
Van origine werd het woord gebruikt voor het aanduiden van voorwerpen die van gebakken klei zijn gemaakt.
Traditioneel zijn keramieken dan ook op klei (ofwel silicaten) gebaseerd.
Klei ontstaat door verwering van gesteenten in een proces dat al miljoenen jaren gaande is, altijd doorgaat en waarvan het begin ligt bij het ontstaan van de aarde.
Het verschil tussen grind, zand en klei is voor een belangrijk deel slechts de mate van verwering. Hoe kleiner de deeltjes, hoe langer ze in het water blijven zweven. Zo zijn in de loop van vele miljoenen jaren kleilagen overal ter wereld afgezet.
De kleilagen die zich her en der op de wereld hebben afgezet hebben niet overal dezelfde samenstelling en eigenschappen.
We maken een onderscheid tussen:
- primaire (residu) klei en
- secundaire (sedimentaire) klei.
Primaire klei is klei die min of meer is blijven liggen op de plaats van ontstaan. Het is doorgaans een grofkorrelige, weinig plastische, witbakkende klei met een hoog smeltpunt. Deze klei bevat weinig verontreinigingen.
Een heel zuivere vorm van primaire klei is kaolien en is opgebouwd uit de elementen aluminium, silicium en water in de verhouding Al2O3 2SiO2 2H2O.
Secundaire klei noemen we klei die zich over grote afstanden verplaatst heeft. Meegevoerd door water en uiteindelijk, laag na laag, afgezet in delta’s, rivierbeddingen en op zeebodems
Lang niet alle in de natuur aanwezige klei is echter direct geschikt voor gebruik.
Kleifabrikanten kopen daarom natuurlijke kleien in droge vorm en passen de samenstelling aan voor het gebruiksdoel door toevoeging van andere minerale grondstoffen. Zo ontstaan er veel verschillende kleisoorten.
De fabrikant spreekt van klei massa.
Al deze kleien kunnen geschikt zijn of geschikt gemaakt worden voor verschillende vormgevingstechnieken zoals handvormen, draaien, gieten en persen.
Alle kleimassa’s kunnen grofweg ingedeeld worden in 3 groepen:
- aardewerkklei, baktemperatuur 950o – 1180o C, geschikt voor fijnkeramiek (serviesgoed, siervoorwerpen, plastiek, bloempotten) en grofkeramiek (bouwstenen, dakpannen)
- steengoedklei, baktemperatuur 1180o – 1320o C, geschikt voort fijnkeramiek (serviesgoed, hotelporselein) en grofkeramiek (wand en vloertegels, rioolbuizen)
- porseleinklei, baktemperatuur 1200o – 1400o C, geschikt voor fijnkeramiek (serviesgoed, siervoorwerpen) en technisch porselein (b.v. isolatoren)
. . . en wat wil OATMAN?
Wij willen keramiek maken met een natuurlijk uitstraling. What you see is what you get!
Grote no-nonsense objecten met een stoer karakter.
Ze zijn altijd te gebruiken, maar ook mooi om alleen naar te kijken.
De objecten worden geglazuurd omdat ze anders niet goed bruikbaar zijn.
Als witte klei transparant geglazuurd wordt levert dit vaak een gelige kleur op.
Omdat de pure klei mooi wit van kleur is willen we door middel van een matte witte glazuur dit laten ervaren.
Naast het feit dat we van een natuurlijke uitstraling houden, houden we ook van o.a. hout.
Hout wat in onze buurt te vinden is.
Voor de boomvazen 1 t/m 11 is wilgenhout gebruikt, . . . het betrof een zieke boom die ooit langs de Binckhorstlaan in Den Haag stond.
De Esdoorn stond achter onze werkplaats in Leidschendam.
En de Plataan was overbodig bij een woonhuis aan de Sportsingel in Den Haag.
‘Gewoon’ hout is bijna altijd mooi, en geeft een warme sfeer.
Een simpele boomstronk heeft al heel veel expressie!